In de Choorstraat in Utrecht ligt een gedenksteen in de straatstenen die herinnert aan de plek waar Suster Bertken ingemetseld is geweest in een kleine ruimte naast de Buurkerk. Ik was altijd wel gefascineerd als ik erover heen liep door de gedachte om jezelf 57 jaar (1457-1514) op te sluiten en als kluizenares te gaan leven. Hoe komt iemand daartoe? Wat een bizar idee. Over Suster Bertken heeft dorpsdominee en schrijver Frans Willem Verbaas een roman geschreven. Ik vind het knap hoe hij met een klein aantal bekende feiten over Bertken dit verhaal bedacht heeft. De kluizenares was druk bezig, volgens Verbaas, om boete te doen voor het feit dat ze een bastaardkind was. Maar ook de Hoekse- en Kabeljauwse twisten speelden een rol. Ze liep altijd op blote voeten en at geen vlees of zuivel. Tevens had ze een pastorale functie voor de stad Utrecht, omdat velen haar om advies vroegen bij het raampje in haar cel. Interessant vind ik de door Verbaas bedachte communicatie met haar tijdgenoot Erasmus. Dat zij belangstelling had voor de ideeën van de Moderne Devotie blijkt ook wel uit haar bewaarde poëzie. Tijdens mijn opleiding las ik al mystieke gedichten van Suster Bertken, 'O Jhesu,soete brudegom, siet my van binnen aen, ic heb dijn soete beelde diep in mijn herte staen...' Na het lezen van deze boeiende historische roman snap ik beter wat haar (wellicht) bewoog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten