Hier loopt het ik, het loopt zichzelf te vinden,
het ziet verbaasd de regen en het gras.
Het denkt: wat loop ik hier zo in den blinde,
wie laat dit hart slaan, wie bepaalt de pas?
Het luistert naar de stromen van de winden.
Hier loopt het ik, het treft zich aan in straten
die het slechts na lang aarzelen herkent.
Het ziet de huizen, lange, donk’re raten
tegen het harde blauwe firmament.
Wat gaat het hier zo eenzaam en verlaten.
Hier loopt het ik, vanwaar is het gekomen
tot dit moment als tot een open plek,
waar tussen het zwart geheim der bomen
zich in een maanblank watervlak ontdekt
en wakker wordt en toch volloopt met dromen.
Hier loopt het vreemde ik, het richt zijn voeten
naar waar, naar waar? Het kent de wegen niet.
Alleen: het is! Het wil de aarde groeten
met een herkennend nieuw en oeroud lied.
Hier loopt het ik en het wil God ontmoeten.
Jan Willem Schulte Nordholt
- - - - -
Het herinnert me aan een van de vele mooie kloosterweekenden die ik samen met Arie Bol georganiseerd heb in abdij Affligem in Vlaanderen. Tijdens een van die weekenden hadden we een poëzie dag bedacht. De broeder die dit onderdeel begeleidde heeft wel twee uur lang met ons over dit gedicht gesproken en gefilosofeerd. Als ik nu Arie tegen kom en zeg 'hier loopt het ik' dan valt hij meteen in met 'het loopt zichzelf te vinden'. Ach wie niet....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten