dinsdag 11 november 2008

Freek


Vandaag gehoord op de radio: Freek de Jonge. Ontroerend herkenbaar, hoewel MIJN vader niet preekte maar wel de collectezakken ronddeelde -wij, zijn  kinderen, noemden dat 'zaklopen' -. En pa mocht de flessen van de avondmaalswijn openen met een kurkentrekker uit Onze keukenla. En ik mocht helpen: mijn eerste mystieke ervaring om zo bezig te zijn met 'het bloed van Christus' .....

"De stem van vader"
Zondagmiddag, negentienvijftig
Met mijn vader naar de kerk
Voor mij is het een wekelijks uitje
Voor hem is het zijn dagelijks werk
Het kerkje staat in Brandeburen
Heidenskip noemen de Friezen het
De garagehouder komt ons halen
In zijn zwarte Chevrolet
De kosteres zet mij op mijn plaatsje
In de ouderlingenbank
Ze geeft mij twee pepermuntjes
"Wat zeg je dan?" Ik mompel: "Dank"
Als alle mensen zijn gezeten
Verschijnt de ouderlingenrij
Vader loopt daarin als tweede
Klimt op de kansel, knikt naar mij
Jongetje op zondagmiddag
Dat niets begrijpt, maar alles hoort
Verliefd is op de stem van vader
Die rustig voorleest uit Gods woord
In de verte loeien koeien
Een eendejager lost een schot
Maar niets verstoort de stem van vader
Die voorleest uit het woord van God
Terug in de consistoriekamer
Staan de thee en koekjes klaar
Vader bevrijdt zich uit zijn toga
En jaagt de brand in een sigaar
Maar ik heb eventjes geen aandacht
Voor de daden van mijn held
Ik mag collectezakken legen
Helpen bij het tellen van het geld
Wij rijden door de Friese weiden
Benzine ruik ik, gier en hooi
De chauffeur vraagt hoe ik de preek vond
Vader glimlacht, ik zeg: "Mooi"
Het is maar tien minuten rijden
Thuis wacht moeder, nog meer thee
Ik mag de togakoffer dragen
En een volgend keer weer mee
Jongetje op zondagmiddag
In de ban van vaders stem
Dat niets begrijpt, maar heel goed luistert
Of hij zacht klinkt of met klem
Jongetje op zondagmiddag
Dat niets begrijpt van de Heilige Geest
Maar weet dat die stem op zijn mooist klinkt
Als vader uit de bijbel leest

1 opmerking:

Anoniem zei

Ja mooi! Ik hoor nog in mijn geheugen mijn vader iedere zondagochtend lezen uit Psalm 122:1: 'Ik was verheugd toen men mij zeide: laten wij naar het huis des Heren gaan'. Hij las het met de nadruk op het woordje 'wij' en keek daarbij altijd veelbetekenend rond. Toch vroeg ik me toen al af waarom mijn vader meer verheuging had dan ik. Zou verheuging iets zijn wat de één wel en de ander niet van de HG krijgt?

Ach antwoord komt er niet. Laat ik slechts volhardend luisteren naar die woorden van mijn vader en zijn stem in mijn geheugen ... dat alleen al geeft iets van verheuging.

Frans van Dijke