Deze zomer in Istanbul.
Ik slenter met dochter Willemijn in de omgeving van de Galatabrug, inderdaad ja, die brug waar Geert Mak een boek over schreef.
Voor ons loopt een schoenpoetser met zijn zoontje.
Als er een borstel van zijn schoenpoetskoffertje valt, raap ik die natuurlijk op, loop naar de man en geef hem de borstel terug. Hij is super dankbaar en blij dat ik dat doe, begint een praatje en biedt mij een schoenpoetsbeurt aan. Aan die sandalen van mij is niet veel werk, maar goed, ik laat hem begaan. Tijdens het poetsen begint hij over z'n zoontje die naar school moet en dat het leven zo duur is en... ik geef hem een fooi, hij vraagt natuurlijk of we nog iets meer willen geven... einde verhaal.
Totdat we de volgende dag weer in die buurt lopen en er voor de tweede keer een poetsborstel vlak voor ons op de grond valt. Ik raap hem weer op, het is een andere schoenpoetser, die begint een praatje.... En dan heb ik de truc door.
Zo werkt het dus. Die empathische, compassievolle toeristen kun je zo lokken.....We vonden het eigenlijk wel een leuke truc en toen het ons zelfs een derde keer overkwam hebben we er smakelijk om gelachen, met de volgende schoenpoetser, die ook wel door had dat wij hem door hadden.
Deze week schreef Rob Schouten in zijn altijd lezenswaardige column in Trouw over wat hem gebeurd is in Istanbul.... precies hetzelfde dus. Rob reageerde er chagrijnig op en vond het walgelijk deze manier van doen. Weg van Istanbul was zijn oproep. Jammer voor jou Rob, want Istanbul is een fantastische stad . En ik weet zeker dat de schoenpoetsers en verkoopmannetjes volgend jaar weer een andere truc bedacht hebben. Ik blijf er liever de humor van in zien!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten