Op een dag liep een vrouw tobberig door het dorp. Ze had veel zorgen en het
zat haar niet mee in het leven. Een van de dorpsoudsten zag haar zo lopen
en sprak haar aan: “Ik zie dat u zorgen hebt, kan ik iets voor u betekenen?”
De vrouw keek op en begon te vertellen. Na een poosje onderbrak de
dorpsoudste haar: “Uw zorgen kan ik niet oplossen. Maar ik weet een oude
oplossing. Ik heb hem nog van mijn overgrootouders gekregen.” Hij liep zijn
huis in en kwam terug met twee doosjes.
Eén heel mooi doosje, bezet met de mooiste stenen. Het glinsterde in het
licht. Het andere doosje was onooglijk en klein. Het zag er een beetje
slordig en oud uit.
Beide doosjes gaf hij aan de vrouw. Eerst wilde zij ze niet aannemen. De één
was immers veel te mooi, tsja, en die ander… Die was toch ook niet echt
mooi. Zeg nou zelf……
De dorpsoudste begon te vertellen: “Dit zijn twee heel bijzondere doosjes.
In het mooie doosje doe ik altijd al mijn verworvenheden. Alles waar ik
blij, gelukkig en vrolijk van word. Maar ook alles wat ik wil bewaren om te
blijven koesteren.” Hij bekeek het doosje nog eens goed en vervolgde zijn
verhaal. “En het donkere doosje, daar doe ik de dingen in die mij ongelukkig
maken. Dingen waar ik liever niet meer aan terug denk. Het is eigenlijk meer
mijn vergeetdoosje….”
De vrouw wist niet zo goed wat ze met de geschenken aanmoest, maar na even
nadenken nam ze de doosjes aan en ging ermee terug naar haar huis. Daar
zette ze de doosjes neer op de kast.
De tijd draaide door en de vrouw deed wat de dorpsoudste haar had gezegd. De
mooie dingen die ze nog eens wilde koesteren stopte ze in het mooie doosje.
De vervelende dingen, waar ze liever niet aan terug wilde denken deed ze in
het lelijke, oude doosje.
De tijd verstreek en het mooie doosje raakte steeds voller met kostbare
dingen. Regelmatig pakte ze de doosjes van de kast om ze te vergelijken.
Maar het lelijke, zwarte doosje daar was toch iets geks mee aan de hand. Het
raakte maar niet vol. Geïntrigeerd pakte ze het doosje van de kast en bekeek
het eens van alle kanten. Toen deed ze een ontdekking. Het zwarte doosje had
geen bodem!
Boos ging ze op weg naar het huis van de dorpsoudste. Vol vragen en
verwijten kwam ze bij hem aan. Hoe kon hij haar nu een doosje geven dat
stuk was? En nu ze er toch was, zo’n mooi doosje kon ze nog wel extra gebruiken.
Het was immers helemaal vol.
De dorpsoudste keek haar rustig aan. Toen ze uitgesproken was schudde hij
zijn hoofd en zei enkel:
Het lelijke doosje is om niet stil te blijven staan bij je zorgen en je verdriet.
Het mooie doosje is om je zegeningen te kunnen tellen en er dankbaar voor te
zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten