Op een ochtend werd de koning wakker en bedacht dat er in zijn familie geen
jongen was die zijn ambt zou kunnen overnemen als hij stierf.
Hij was namelijk de laatste mannelijke telg van een koninklijke familie in een
traditie waar alleen een man de troon mocht bestijgen - en hij was al oud.
Toen besloot hij om een zoon te adopteren die dan zijn opvolger kon worden.
Maar hij wilde dat deze aangenomen zoon een bijzonder mens zou zijn. Daarom
organiseerde hij een wedstrijd voor alle jongens in zijn rijk, ongeacht hun
afkomst.
Er bleven tenslotte tien jongens over die niet veel van elkaar verschilden wat
betreft intelligentie en lichamelijke kracht.
De koning zei tegen hen: ‘Ik heb voor jullie een laatste proef en wie die proef
doorstaat wordt mijn zoon en zal de troon erven.’
En hij vervolgde: ‘In dit koninkrijk leven de mensen voornamelijk van de
landbouw. Een koning moet dus weten hoe je planten cultiveert. Hier is voor
ieder van jullie een maiskorrel. Neem hem mee naar huis, plant hem en verzorg
hem drie weken lang. Na drie weken zullen we zien wie het beste werk heeft
geleverd en wie mijn opvolger zal zijn.’
De jongens namen de maiskorrel en gingen naar huis. Allen hadden een pot
gekregen en zodra ze thuis waren, plantten zij de korrel daarin.
Er heerste grote opwinding in het rijk, want de mensen waren nieuwsgierig wie
hun volgende koning zou worden.
Maar in één huis waren een jongen en zijn ouders verdrietig, omdat de
maiskorrel ondanks een paar dagen goede verzorging niet was gaan groeien. De
jongen snapte niet wat er met zijn korrel aan de hand was. Hij had de aarde
zorgvuldig uitgezocht en hij had de juiste hoeveelheid mest genomen en de aarde
vochtig gehouden. Dag en nacht sprak hij een gebed uit voor de korrel, maar er
gebeurde niets.
Enkele vrienden raadden hem aan om op de markt een nieuwe maiskorrel te kopen
en die te planten.
‘Hoe kun je nu de ene maiskorrel van de andere onderscheiden?’ zeiden ze.
Zijn ouders hadden hem echter geleerd wat eerlijkheid was en zeiden:
‘Als de koning wil dat je zijn maiskorrel plant, moet je niet zelf een
maiskorrel kopen. Als je een andere korrel plant dan die je van de koning
kreeg, is dat oneerlijk. Misschien ben je niet voorbestemd om koning te worden.
En als dat zo is, accepteer dat dan en wees niet iemand die de koning
bedriegt.’
De grote dag kwam en de jongens droegen trots hun potten met kleine maisplanten
naar het paleis. Het was wel duidelijk dat de andere jongens meer succes hadden
gehad met hun planten.
De koning ging langs de rij verwachtingsvolle jongens en vroeg ieder van hen:
‘Komt dit uit de korrel die ik je gegeven heb?’
Iedere jongen zei: ‘Ja, majesteit!’
De koning knikte en ging verder langs de rij.
Toen kwam de koning bij de laatste jongen in de rij. Die trilde van angst. Hij
wist zeker dat de koning hem in de gevangenis zou gooien, omdat hij de korrel
verkwist had.
‘Wat heb jij met de korrel gedaan die ik je gegeven heb?’ vroeg de koning aan
de jongen.
‘Ik heb hem geplant en er goed voor gezorgd, majesteit, maar hij wilde niet
groeien,’ antwoordde de jongen in tranen, terwijl de anderen hem uitlachten.
De koning hief zijn handen op en vroeg om stilte.
Toen zei hij: ‘Mijn volk. Hier is uw nieuwe koning.’
Allen waren in verwarring. Waarom hij vroegen ze zich af. Hoe kon hij nu de
juiste zijn?
Nadat de koning met de jongen naast zich op zijn troon had plaatsgenomen, zei
hij: ‘Ik gaf aan deze tien jongens gekookte maiskorrels. De proef was niet
bedoeld om mais te planten. Het was een karaktertest. Als een koning één
eigenschap moet hebben dan is het wel om boven oneerlijkheid te staan. Alleen
deze jongen heeft de test doorstaan, want een gekookte maiskorrel kan niet groeien.’
Naar een Afrikaanse vertelling
Geen opmerkingen:
Een reactie posten